Pagina's

maandag 5 augustus 2013

Jan Geluk: Baggeren doen we overal, deel I

“Onze onderneming behoort niet tot de grootste spelers op dit terrein, maar we zijn wel specialist”, zegt Jan Geluk. “Geen project is te omvangrijk of te klein. We beschikken over verschillende moderne zuigers. In de grotere projecten zijn we de ene keer hoofdaannemer, de andere keer onderaannemer. Ons onderscheid zit in de combinatie van een relatief klein bedrijf met hightech materieel, uitstekende mensen en goede oplossingen. Ze kunnen we bijvoorbeeld aan de strengste milieu eisen voldoen, door inzet van elektrisch aangedreven zuigers. Daarnaast baggeren we op plaatsen waar verbrandingsmotoren niet zijn toegestaan.
Behalve voor het standaardwerk zijn de zuigers eenvoudig aan te passen voor diverse specialistische doeleinden, zoals elektrische zuigers om te werken in beschermde gebieden. De kans op vervuiling kunnen we zo tot een minimum beperken. Of we bedienen een zuiger op afstand. Op zandzuiger 'IJsselmeer' na kunnen we alle zuigers over de weg vervoeren. Onbereikbare locaties zijn zo bereikbaar, waardoor het werk relatief eenvoudig, snel en economisch kan plaatsvinden. Kortom, wij voeren werken uit waar anderen niet kunnen komen. Midden op het Drentse platteland? We komen er altijd.
Verder gaan we de meer gewone werkzaamheden niet uit de weg. Zoals het uitbaggeren van de Eemshaven, na de bouw van een nieuwe kade. We hebben deze opdracht uitgevoerd volgens de aangeleverde specificaties tot op de decimeter nauwkeurig. Het lijkt een routineklus, toch vraagt ook dit soort werk een aantal specialismen. De opdrachtgevers weten dit als geen ander. Zo hebben we de baggerwerkzaamheden van de onderwater taluds voor onze rekening genomen en daarbij het opspuiten van een deel van het haventerrein met de vrijkomende residuen.” 

Baggerbedrijf Geluk bestond in 2009 150 jaar. We blikken terug: “We weten dat ene Jacob Geluk in 1859 met ons bedrijf begonnen is. Hij deed daarvoor al werk voor de gemeente Tholen, maar dan als dijkwerker. We hebben een document waarin staat dat hij als ondernemer aan de slag gaat, samen met Bartel Goedegebuure, een compagnon die lezen noch schrijven kon. Tragisch is wel dat Jacob Geluk in hetzelfde jaar is overleden”, vertelt Hans Geluk, een van de vorige directieleden van Aannemingsbedrijf Geluk in Doetinchem. Samen met neef Kees Geluk stelde hij een boek samen, dat de 150 jaar van het bedrijf beschrijft.

Kees Geluk: “Zijn zoon Jacob Levinus Geluk, geboren in 1841 en overleden in 1912, nam het stokje van hem over. Wat precies na 1859 is gemaakt aan werken is moeilijk te achterhalen. Er werd meer gewerkt dan geschreven. Men had meer verstand van zand, klei, rijshout en stortsteen dan van papier.”
Uit overleveringen en oude contracten uit de archieven van de gemeente Tholen is wel bekend dat de voorvaderen zowel in de kern Tholen als in de regio werken. In veel gevallen onderhoudswerken aan de dijken langs de Eendragt. In de eerste helft van de 20e eeuw sloegen ze de vleugels verder uit. Onder meer namen ze de volgende werken aan: de vluchthaven te Bruinisse; een verhoging en verzwaring van 33 kilometer Maasdijken in Overasselt en in de omgeving van Cuijk; de aanleg van industrieterreinen in Vlissingen en Middelburg. Een van de voormalige kleiputten langs de Maas heet nog steeds 'Het gat van Geluk'.
“We werkten ook mee aan de afsluiting van het Wieringermeer, in de kop van Noord-Holland, een en ander volgens bestek nummer 3 van de Directie Zuiderzeewerken. Het materieel voor het zand- en kleitransport, zoals stoomlocomotieven, kipkarren, spoor ging per zeilschip over de rivieren en over zee naar Wieringen. Een heel karwei.”
Dat de geschiedenis van dit baggerbedrijf anderhalve eeuw omspant, is bijzonder. Veel andere bedrijven in de sector zijn verdwenen of opgegaan in een groter geheel. Geluk is een middelgrote speler met zeven zuigers, aanverwant materieel en circa 25 mensen in dienst.

Rijkswegenplan

Terwijl de grondlegger nog met beugel en schop aan de slag ging, ontwikkelde men door de jaren heen allerlei materieel om het werk vlotter te later te laten verlopen. De werken werden groter, dus mechanisatie was geen overbodige luxe.
Hans Geluk: “Aan de aanleg van rijkswegen hebben we in het verleden ook een steentje bijgedragen. In 1896 kwamen de eerste twee auto's in Nederland op de weg. In 1939 waren dit er circa 100.000. Hierdoor voelde men al in de twintiger jaren van de vorige eeuw de noodzaak om hier wegen voor aan te leggen. In 1927 kwam het tot het eerste Rijkswegenplan. Daarna kwamen de volgende in 1938, 1948 en 1958. Dat van 1927 was het eerste plan sinds de tijd van Napoleon, begin 19e eeuw. Het was dus hoognodig. Het moest de bestaande verbindingen in kaart brengen en verbeteren en nieuwe rijkswegen projecteren. De kosten van het plan van 1927 werden geraamd op 300 miljoen gulden en de uitvoering van dit plan zou over 30 jaar klaar moeten zijn. Het plan van 1927 voorzag in een uitbreiding van het rijkswegennet van 2800 kilometer. Bovendien zouden ook andere provinciale en gemeentelijke wegen worden uitgebreid. Verder werden er twaalf bruggen over de grote rivieren gepland om doorgaand verkeer te realiseren. Eigenlijk was het Rijkswegenplan van 1927 de blauwdruk voor een totale metamorfose van ons land, een vergaande verandering die verder zijn beslag zou krijgen. Er kwam een klassensysteem voor wegen en men bepaalde dat de wegen van eerste en tweede klasse onder verantwoordelijkheid van het Rijk zouden vallen. Daarmee was het fenomeen rijksweg geboren.”
Van het Rijkswegenplan 1927 voerde Geluk uit: de aanleg van een gedeelte van de Rijksweg A44 te Sassenheim; de aanleg van een gedeelte van Rijksweg 16 te Princenhage; de aanleg van een gedeelte van Rijksweg 27 te Gorinchem; de opritten van de Waalbrug te Nijmegen. Gemaakt in 1935.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten