“Onze onderneming behoort niet tot de grootste spelers op
dit terrein, maar we zijn wel specialist”, zegt Jan Geluk. “Geen project is te
omvangrijk of te klein. We beschikken over verschillende moderne zuigers. In de
grotere projecten zijn we de ene keer hoofdaannemer, de andere keer
onderaannemer. Ons onderscheid zit in de combinatie van een relatief klein
bedrijf met hightech materieel, uitstekende mensen en goede oplossingen. Ze
kunnen we bijvoorbeeld aan de strengste milieu eisen voldoen, door inzet van
elektrisch aangedreven zuigers. Daarnaast baggeren we op plaatsen waar
verbrandingsmotoren niet zijn toegestaan.
Behalve voor het standaardwerk zijn de zuigers eenvoudig aan
te passen voor diverse specialistische doeleinden, zoals elektrische zuigers om
te werken in beschermde gebieden. De kans op vervuiling kunnen we zo tot een
minimum beperken. Of we bedienen een zuiger op afstand. Op zandzuiger
'IJsselmeer' na kunnen we alle zuigers over de weg vervoeren. Onbereikbare
locaties zijn zo bereikbaar, waardoor het werk relatief eenvoudig, snel en
economisch kan plaatsvinden. Kortom, wij voeren werken uit waar anderen niet
kunnen komen. Midden op het Drentse platteland? We komen er altijd.
Verder gaan we de
meer gewone werkzaamheden niet uit de weg. Zoals het
uitbaggeren van de
Eemshaven , na de bouw van een nieuwe kade. We hebben deze
opdracht uitgevoerd volgens de aangeleverde specificaties tot op de decimeter
nauwkeurig. Het lijkt een routineklus, toch vraagt ook dit soort werk een
aantal specialismen. De opdrachtgevers weten dit als geen ander. Zo hebben we
de baggerwerkzaamheden van
de onderwater taluds voor onze rekening genomen en daarbij
het opspuiten van een deel van het haventerrein met de vrijkomende residuen.”
Baggerbedrijf Geluk bestond in 2009 150 jaar. We blikken terug: “We weten dat ene Jacob Geluk in 1859 met ons bedrijf
begonnen is. Hij deed daarvoor al werk voor de gemeente Tholen, maar dan als
dijkwerker. We hebben een document waarin staat dat hij als ondernemer aan de
slag gaat, samen met Bartel Goedegebuure, een compagnon die lezen noch
schrijven kon. Tragisch is wel dat Jacob Geluk in hetzelfde jaar is overleden”,
vertelt Hans Geluk, een van
de vorige directieleden van Aannemingsbedrijf Geluk in
Doetinchem. Samen met neef Kees Geluk stelde hij een boek samen, dat de 150
jaar van het bedrijf beschrijft.
Kees Geluk: “Zijn zoon Jacob Levinus Geluk, geboren in 1841
en overleden in 1912, nam het stokje van hem over. Wat precies na 1859 is
gemaakt aan werken is moeilijk te achterhalen. Er werd meer gewerkt dan
geschreven. Men had meer verstand van zand, klei, rijshout en stortsteen dan
van papier.”
Uit overleveringen en oude contracten uit de archieven van de gemeente Tholen
is wel bekend dat de voorvaderen zowel in de kern Tholen als in de regio
werken. In veel gevallen onderhoudswerken aan de dijken langs de Eendragt. In
de eerste helft van de 20 e
eeuw sloegen ze de vleugels verder uit. Onder meer namen ze de volgende werken
aan: de vluchthaven te Bruinisse; een verhoging en verzwaring van 33 kilometer
Maasdijken in Overasselt en in de omgeving van Cuijk; de aanleg van
industrieterreinen in Vlissingen en Middelburg. Een van de voormalige
kleiputten langs de Maas heet nog steeds 'Het gat van Geluk'.
“We werkten ook mee aan de afsluiting van het Wieringermeer,
in de kop van Noord-Holland, een en ander volgens bestek nummer 3 van de Directie
Zuiderzeewerken. Het materieel voor het zand- en kleitransport, zoals
stoomlocomotieven, kipkarren, spoor ging per zeilschip over de rivieren en over
zee naar Wieringen. Een heel karwei.”
Dat de geschiedenis van dit baggerbedrijf anderhalve eeuw
omspant, is bijzonder. Veel andere bedrijven in de sector zijn verdwenen of
opgegaan in een groter geheel. Geluk is een middelgrote speler met zeven
zuigers, aanverwant materieel en circa 25 mensen in dienst.
Rijkswegenplan
Terwijl de grondlegger nog met beugel en schop aan de slag
ging, ontwikkelde men door de jaren heen allerlei materieel om het werk vlotter
te later te laten verlopen. De werken werden groter, dus mechanisatie was geen
overbodige luxe.
Hans Geluk: “Aan de aanleg van rijkswegen hebben we in het
verleden ook een steentje bijgedragen. In 1896 kwamen de eerste twee auto's in
Nederland op de weg. In 1939 waren dit er circa 100.000. Hierdoor voelde men al
in de twintiger jaren van
de vorige eeuw de noodzaak om hier wegen voor aan te leggen.
In 1927 kwam het tot het eerste Rijkswegenplan. Daarna kwamen de volgende in
1938, 1948 en 1958. Dat van 1927 was het eerste plan sinds de tijd van
Napoleon, begin 19e eeuw. Het was dus hoognodig. Het moest de bestaande
verbindingen in kaart brengen en verbeteren en nieuwe rijkswegen projecteren.
De kosten van het plan van 1927 werden geraamd op 300 miljoen gulden en de
uitvoering van dit plan zou over 30 jaar klaar moeten zijn. Het plan van 1927
voorzag in een uitbreiding van het rijkswegennet van 2800 kilometer .
Bovendien zouden ook andere provinciale en gemeentelijke wegen worden
uitgebreid. Verder werden er twaalf bruggen over de grote rivieren gepland om
doorgaand verkeer te realiseren. Eigenlijk was het Rijkswegenplan van 1927 de
blauwdruk voor een totale metamorfose van ons land, een vergaande verandering
die verder zijn beslag zou krijgen. Er kwam een klassensysteem voor wegen en
men bepaalde dat de wegen van eerste en tweede klasse onder
verantwoordelijkheid van het Rijk zouden vallen. Daarmee was het fenomeen
rijksweg geboren.”
Van het Rijkswegenplan 1927 voerde Geluk uit: de aanleg van
een gedeelte van de
Rijksweg A 44 te Sassenheim; de aanleg van een gedeelte van
Rijksweg 16 te Princenhage; de aanleg van een gedeelte van Rijksweg 27 te
Gorinchem; de opritten van
de Waalbrug te Nijmegen. Gemaakt in 1935.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten