Pagina's

dinsdag 23 september 2014

Jan de Nul steekt Hollandse waterbouwers wederom de loef af

Van de vier grote spelers op waterbouwgebied is er een die elke keer zijn eigen koers bepaalt door grotere schepen te laten bouwen of bijzondere projecten op te pakken dan de concurrenten. Dat was indertijd het geval met de grootste hopperzuiger en de grootste cutterzuiger. Nu laat Jan de Nul Group in Kroatië het grootste kabellegschip bouwen. Naam en toenaam zijn nog niet bekend, voorlopig is het de JDN8628. De geschiedenis herhaalt zich wat dat betreft. Is er een speciale aanleiding om dit schip te bouwen, zo vragen we Noël Pille, Offshore Directeur bij Jan De Nul Group in Hofstade-Aalst.



“Het past bij onze filosofie om nieuwe kansen te ontwikkelen en de knowhow en ervaring verder uit te bouwen. Aangezien opdrachtgevers vandaag op zoek gaan naar een totaaloplossing voor hun bouwplannen, waarin ontwerp en uitvoering geïntegreerd verlopen, maar ook waarbij meerdere facetten van hun bouwplannen kunnen worden gerealiseerd door eenzelfde aannemer, proberen we daar zoveel mogelijk aan tegemoet te komen. De gespecialiseerde offshore diensten bevatten tot twee jaar terug nog geen installatiemogelijkheden van onderzeese kabels of umbilicals. Hiervoor moesten we een beroep doen op een derde partij. Sinds twee jaar voeren we deze activiteit echter zelf uit, doordat we ervoor hebben gekozen om onze bestaande vloot uit te rusten met materieel om deze activiteit zelf uit te voeren. Zo kunnen we met één schip zowel de kabel zelf installeren als de daaropvolgende rotsinstallatie ter bescherming ervan uitvoeren. Ondertussen hebben we reeds vier kabelinstallatiewerken toegekend gekregen. Het is dus zeker een activiteit met nog meer potentieel. Daarom hebben we besloten een multipurpose-schip toe te voegen aan onze vloot dat zowel kan worden ingezet voor het installeren van de kabel als voor de bescherming ervan door rotsinstallatie en/of post-trenching. De bestelling van dit schip is een logisch gevolg van de uitbreiding van Jan De Nul Group’s offshore diensten. Deze extra diensten, namelijk het plaatsen van kabels en umbilicals, vergen investeringen in gespecialiseerde uitrustingen. We investeren in deze nichemarkt omdat we geloven in het potentieel. We komen zo ook meer tegemoet aan de vraag van de klanten om te beroepen op één aannemer voor verschillende facetten van hun project.”

De afmetingen zijn 138 meter lang bij 32 meter breed. Het totaal geïnstalleerd vermogen bedraagt 12.330 kW. De snelheid is maximaal 12,5 knopen. Met dit schip, dat volgend jaar in de vaart komt,  speelt Jan de Nul in op de ontwikkelingen in de markt, daardoor neemt het omzetaandeel van de offshore activiteiten toe in vergelijking met 2012, maar de grootste omzet is nog steeds te danken aan de baggeractiviteiten van de groep. Voor 2013 vertegenwoordigen de baggeractiviteiten 61% van de omzet, de offshore activiteiten zijn goed voor 14% van de omzet.

De JDN8628 is het eerste schip in zijn soort voor De Nul Group. Er zijn wel twee bestaande schepen die kunnen worden omgebouwd om de kabelinstallatiewerken uit te voeren, het multipurpose-schip Willem de Vlamingh en het valpijpschip Simon Stevin. De Willem de Vlamingh heeft eerder een kabelinstallatiewerk voor het Northwind-project ter hoogte van de Belgische kust uitgevoerd. Het installeert momenteel een kabel in Mexico en gaat vervolgens naar Qatar. De Simon Stevin sloot recent een installatiewerk af, ook voor de Belgische kust, in opdracht van Alstom, en heeft ervoor al umbilicals geïnstalleerd in Sakhalin.


Vertelt u eens wat meer over huidige hoogstandjes qua opdrachten?
“Op dit ogenblik voeren we drie kabelinstallatieprojecten uit. In de eerste helft van dit jaar werd een 80 km lange elektriciteitskabel in Duitsland aan boord geladen van het multipurpose-schip Willem de Vlamingh. De kabel wordt in Mexico geïnstalleerd tussen verschillende olieplatformen in het Ayatsil-veld. De kabel wordt er ingegraven met behulp van een trenching machine, bediend vanaf het schip. Bovenop de kabel worden beschermende betonmatrassen geïnstalleerd, die op hun beurt verder worden afgedekt met een rotsbeschermingslaag. Hetzelfde schip gaat later naar Qatar voor de installatie van twee onderzeese 132kV-kabels op 52 mijl ten noordoosten van Doha. Daar verwerkt Qatar Petroleum op het eiland Halul ruwe olie afkomstig van de Qatarese offshore velden. Om te voorzien in de toekomstige elektriciteitsvraag van het eiland moeten er twee kabels van 100 km elk tussen Ras Laffan en het eiland worden geïnstalleerd. Op beide locaties zullen we ook de kabels aan land trekken. In de Noordzee installeert de Simon Stevin een kabel tussen de nieuwe 5MW-turbine van Alstom en het Belwind OHVS-station, inclusief trenchen en rotsbescherming.”

10.000 ton

Op de vraag of het schip uniek is, reageert Pille: “De mogelijkheid om met één schip drie verschillende activiteiten uit te voeren, namelijk trenchen, kabelinstallatie én rotsinstallatie met slechts één mobilisatie, is zonder meer bijzonder. Bovendien kan er worden geschakeld tussen deze activiteiten zonder dat het schip moet worden omgebouwd. De opstelling van de twee kabeldraaitafels is zeer innovatief. Die zijn zo opgesteld dat er één doorlopende kabel, met een totaal gewicht van ongeveer 10.000 ton, kan worden geladen en geïnstalleerd. Hiervoor worden twee draaitafels aan boord voorzien. Eén bovendeks met een capaciteit van 5.500 ton en één benedendeks met een capaciteit van 4.500 ton. In rotsinstallatiemodus kan het schip ongeveer 10.000 ton stenen laden. Door middel van graafmachines aan boord en een valpijp met ROV kan de rots tot ongeveer 400 m diepte nauwkeurig worden geïnstalleerd.

De JDN8628 wordt als eerste ingezet in de offshore sector voor installatie van kabels en umbilicals, en voor steenbestortingen. De deiningsgecompenseerde kranen laten ook toe om onderzeese activiteiten, zoals het plaatsen van matrassen, uit te voeren. Deze valpijpinstallatie is gebaseerd op het systeem aan boord van de schepen La Boudeuse en Willem de Vlamingh, maar kan op grotere dieptes stenen storten. Daarnaast is het schip voorzien van twee offshore kranen, met capaciteiten van respectievelijk 50 en 25 ton. Beide kranen beschikken over ‘Active Heave Compensation’. Dit systeem maakt het mogelijk om een last te hijsen en die op een constante hoogte te houden, onafhankelijk van de scheepsbewegingen veroorzaakt door de golven. Zo kan het schip in zeegang een last op de zeebodem plaatsen. Dankzij de verschillende tools aan boord is dit echt ‘multipurpose’ materieel: plaatsen van kabels, installatie van rots, andere installatiewerken onder water, hijswerkzaamheden op zee, graven van geulen, enz. Bovendien kunnen verschillende van deze functies tegelijkertijd of onmiddellijk na elkaar worden uitgevoerd, zonder de noodzaak om het schip daarvoor om te bouwen.”

SPS certificaat

Om deze functies optimaal uit te voeren is het schip voorzien van een klasse 2 Dynamisch Positioneringssysteem. Dit systeem bestuurt vijf schroeven: twee thrusters in het achterschip, twee boegschroeven en een intrekbare thruster in het voorschip. Dit systeem houdt het schip nauwkeurig op positie, ook in zware zeegang en met sterke wind. Aan boord is er een accommodatie voor 75 medewerkers. Deze grote capaciteit is nodig, omdat tijdens de werkzaamheden heel wat specialisten, vertegenwoordigers van klanten of inspecteurs aan boord kunnen zijn. Alle hutten zijn eenpersoonshutten, met eigen sanitair en internetverbinding. Daarnaast zorgen een ruime messroom, recreatieruimtes en gymnasium met sauna voor een aangename leefomgeving. Het schip is ook voorzien van een helikopterdek en is in het bezit van een SPS-certificaat (Special Purpose Ship).

Het eigen departement Design en Engineering ontwerpt zelf nieuw materieel of tekent aanpassingen aan bestaand materieel uit. Het materieel wordt gebouwd of omgebouwd om aan de eisen van de klant te kunnen voldoen. Daardoor kan Jan De Nul volgens Pille altijd heel kort op de bal spelen: “Dankzij voortdurend investeren in technologie beschikken we vandaag over de meest moderne en meest diverse vloot ter wereld. Ook de geavanceerde technologie die de nieuwe schepen mee aan boord nemen, is door het interne departement Design en Engineering ontworpen. Bovendien worden bepaalde gespecialiseerde scheepsonderdelen door ons zelf gebouwd en aan de scheepswerf geleverd. Ook dit multipurpose-schip is geheel intern bedacht en ontworpen. Voor het systeem waarbij één lange kabel in twee carrousels wordt geladen, werd intussen een patent aangevraagd.


Noël Pille besluit: “Ons bedrijf blijft ondanks zijn grootte nog steeds een familiebedrijf in hart en nieren. Geen logge hiërarchie, maar een dynamische en vlakke bedrijfscultuur die staat voor een no-nonsense aanpak en zorgt voor een vlotte communicatie en snelle beslissingen. Dat is heel aangenaam werken.”

1 opmerking:

  1. Hollandse waterbouwers kijken altijd eerst even de belgische kat uit de boom !

    BeantwoordenVerwijderen