Pagina's

maandag 10 november 2014

Van Oord bouwt tweede grootste windmolenpark ter wereld

Zo’n drieënhalf jaar wordt er al gewerkt aan het Gemini Offshore Wind Project, maar er staat nog geen windmolen overeind. Er is een lange weg te gaan om iets voor elkaar te krijgen, zeker als het gaat om ingewikkelde offshore klussen waar geld, milieu en verschillende partijen een belangrijke rol spelen.


“Wat veel tijd heeft gekost is het rond krijgen van de financiering”, zegt Didi te Gussinklo Ohmann, project directeur van het Gemini Offshore Wind Project bij Van Oord. Van Oord is als ‘Balance-of-Plant contractor’ verantwoordelijk voor het volledige ontwerp (engineering), de inkoop (procurement) en de bouw (construction) van het gehele windpark inclusief de elektrische infrastructuur, waaronder een onshore high voltage station (OHVS), twee offshore substations en alle kabels. Ook levert Van Oord het schip voor transport en installatie van de windturbines. “Je moet wel een sterk geloof en vertrouwen hebben dat het project uiteindelijk gebouwd gaat worden. De eerste paar jaar werd er met een klein team gewerkt aan het design en selecteren van onderaannemers.. Het team is inmiddels uitgebreid naar zo’n 60 man en de groei zal de komende jaren toenemen naar een paar honderd medewerkers."



“Het duurt een tijd voordat er iets concreets zichtbaar is. Gelukkig hebben we weinig tegengas ondervonden van externe belangengroepen. Ze staan positief tegenover groene energie. Ook de verschillende ministeries zien het belang ervan in, en hun medewerking gegeven.”

Kosteneffectiever

Het Gemini offshore wind park wordt geplaatst op zo’n 85 kilometer van de kust van Groningen op een locatie met uitstekende wind condities, beheersbare waterdieptes en een ideale bodemgesteldheid. Het offshore wind park bestaat uit 150 turbines met een totale capaciteit van 600 MW. Hiermee is Gemini het grootste windpark op zee van Nederland en het tweede grootste van de wereld. Verschillende turbines zijn bekeken en uiteindelijk bleken de Siemens 4 MW turbines het meest kosteneffectief te zijn voor dit project.


Oorspronkelijk was het de bedoeling om drie parken in het Nederlandse deel van de Noordzee te realiseren, namelijk Buitengaats, ZeeEnergie en Clearcamp. Aanvankelijk was de firma BARD (Bremen, Duitsland) eigenaar, maar BARD verkocht alle drie de parken aan Typhoon Offshore, een Nederlandse onderneming. Voor twee van de drie windparken op zee, Buitengaats en ZeeEnergie, heeft de Nederlandse overheid een subsidie verstrekt. In mei 2014 heeft Typhoon haar aandelen verkocht aan een consortium met als aandeelhouder Northland Power Inc. (60%), Siemens (20%), HVC (10 %) en Van Oord (10%). Deze aandeelhouders investeren zo’n 500 miljoen euro in het project. Banken, export bevorderende instanties en kredietverzekeraars hebben leningen verstrekt voor ruim  2 miljard euro. In totaal gaat het om een investering van 2,7 miljard euro. Het Ministerie van Economische Zaken levert een belangrijke exploitatiesubsidie.

Collega Theo de Lange, commercieel manager bij Van Oord Offshore Wind Projects, vult aan: “De overheid heeft er veel belang bij om in alternatieve energiebronnen te investeren om zo de norm van 14 procent aan duurzame elektriciteit in 2020 halen. Met dit plan komt er windenergie beschikbaar om het elektriciteitsgebruik van zo’n 785.000 huishoudens te dekken, alhoewel er ook industrieel gebruik van gemaakt zal worden. De Zeeuwse energiemaatschappij Delta neemt de stroom af en levert deze door aan haar klanten.”

Weinig concurrentie

Didi te Gussinklo Ohmann inmiddels 15 jaar bij Van Oord en veel op projecten in het buitenland aan het werk geweest: “Een werk als dit krijg je natuurlijk niet zo maar. We hebben een trackrecord met andere parken, zoals Prinses Amalia, Belwind in België en Teesside in Engeland. Wij zijn ook een van de weinige bedrijven die zo’n complexe klus in zijn geheel aankunnen en ook het risico kunnen nemen. Andere bedrijven doen het bijvoorbeeld door middel van een joint-venture, of de klant splitst het aanleggen van een park op in verschillende een aantal pakketten die uitgevoerd worden door verschillende aannemers. Als je me vraagt waarin we ons onderscheiden, dan is het in onze totale aanpak en het ontzorgen van de opdrachtgever. We hebben niet alleen het materieel, maar ook de kennis en de diverse disciplines die elkaar versterken. De banken vinden het trouwens ook prettig om met één partij zaken te doen. We hebben geen andere partijen of schepen van anderen nodig. Wereldwijd is er nog weinig concurrentie. China en Korea doen nog niet veel op dit terrein. Japan is wel actief aan het kijken naar offshore wind, en dat is natuurlijk niet zo maar…” (ramp in Fukushima, red.)

Secuur

Het toegewezen gebied heeft een zanderige ondergrond en een diepte van 28 tot 37 meter. Min of meer gelijkwaardige condities die voor het aanbrengen van de fundaties gunstig zijn. Dat neemt niet weg dat voor elke turbine de fundatie berekend en ontworpen moet worden. Secuur werk dus. Behalve de fundaties en de Siemens turbines, gaat het om de aanleg van de kabels tussen de windmolens en een exportkabel vanaf een ‘elektriciteitshuisje op zee’ naar de wal. Het windmolenpark is tijdens de bouw, maar ook daarna niet toegankelijk voor plezier- of beroepsvaart, in tegenstelling tot Engeland waar de regelgeving soepeler is. Van Oord zet verschillend materieel in, waaronder een aantal nieuwe schepen.

Materieel

Theo de Lange: “In de eerste plaats is dat de Aeolus, een nieuw offshore installation vessel dat in juli in de vaart kwam en nu bij het Eneco Luchterduinen windpark - bij Zandvoort - aan het werk is. Dit is een multifunctioneel vaartuig voor zowel het transport als de installatie van windturbines met een kraan goed voor 990 ton. Daarnaast de Nexus, die nog in aanbouw is in Roemenië bij Damen, een kabellegger van 123 meter bij 27,5 meter, een carrousel van 5000 ton en een totaal vermogen van bijna 11.000 kW. Verder voor het baggerwerk de HAM 602 en de Jan Steen, die voor het begraven van de kabels in actie komt. Volgend jaar moeten de fundaties klaar zijn, en de kabels aangelegd. In 2016 volgt de rest van de werkzaamheden, zodat het park begin 2017 stroom kan gaan leveren. We zijn natuurlijk afhankelijk van het weer: regen is geen belemmering, maar wel vorst en storm. Ons materieel kan wel een stootje hebben , en kan vrij lang doorgaan. Vervolgens heeft Siemens het onderhoud op de turbines, het overige onderhoud is nog niet toebedeeld…”



Van Oord in kort bestek

Van Oord werd in 1868 opgericht door Govert van Oord. Het huidige bedrijf is ontstaan uit de samenvoeging van drie grote baggerbedrijven. Van Oord ACZ was een succesvol familiebedrijf, de HAM (Hollandsche Aanneming Maatschappij) een rendabel onderdeel van HBG en Ballast Nedam Baggeren een werkmaatschappij van Ballast Nedam.
Terwijl de recessie de afgelopen vijf jaar overal slachtoffers maakte, lijkt de waterbouw ervan verschoond te zijn gebleven. De baggerafdeling heeft wellicht een tikje gehad, maar over het algemeen is de sector booming. Dat blijkt uit grote opdrachten wereldwijd en bestellingen voor nieuw materieel. Voor Van Oord geldt niet anders. De omzet blijft ongekend hoog en de winst dito. En ook Van Oord investeert flink. In 2013 was de omzet 1,6 miljard en de winst 130 miljoen. Het aantal werknemers zit dik boven de 4000.
De groei is vooral zichtbaar in de offshore wind activiteiten. Van Oord onderscheidt zich van andere spelers doordat het een familiebedrijf is. Het bedrijf is in handen van Merweoord voor 78,5 procent, Cobepa voor 10,75 procent en voor een gelijkaandeel ConsOord. Een ander onderscheidend aspect is dat Van Oord graag als totaalleverancier optreedt voor grote ingewikkelde projecten, zoals het Gemini offshore wind project. Andere spraakmakende werken waren: Palmeiland en Maasvlakte 2.
De directie van Van Oord wordt gevormd door Pieter van Oord, Arjan van de Kerk, Niels de Bruijn, Joep Athmer en Paul Verheul. De onderneming heeft kantoren in 30 landen en is op dit moment in meer dan 50 landen actief.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten