Recent stonden alarmerende berichten in de krant over
de moeite die het zorginstanties kost om vrijwilligers aan te trekken. Een
structurele oplossing voor het tekort aan onbetaalde krachten is werknemers een
paar keer per maand in te zetten in verzorgingshuizen en soortgelijke
instellingen. Dat mes snijdt aan twee kanten.
Hoewel alom behoefte bestaat aan vrijwilligers, zijn
het vooral de zorg en de hulpverlening die zitten te springen om aanwas van
nieuwe mensen. Dat verbaast me niets: het is niet zo aantrekkelijk om de
kwijlende en mispratende medemens bij te staan. Die behoefte zal er niettemin
de komende jaren door de vergrijzing niet minder op worden. Vooral voor deze
maatschappelijke werkvelden is het er veel aan gelegen om frisse impulsen aan
te grijpen. Dat zal niet uit zichzelf gaan. Mijn idee: maak
vrijwilligerswerk een vast item in de CAO onderhandelingen binnen de andere
sectoren.
Daarmee zou je het vrijwillige karakter van dit soort
noodzakelijk werk ter discussie kunnen stellen. Het lijkt een contradictio in
terminus, maar maak vrijwilligerswerk tot een sociale verplichting. Er wordt
geklaagd, gemopperd en gestaakt vanwege de hedendaagse arbeidsomstandigheden,
maar mensen zouden zich meer bewust moeten zijn van hun zegeningen. Men heeft
nog nooit in de menselijke geschiedenis zo makkelijk en in zo’n korte tijd zijn
brood kunnen verdienen. Hoewel omringd door allerlei ongemak (files, stress,
sick building syndrome), zijn de condities om te werken niettemin optimaal in
vergelijking met vroeger - of is dat vloeken in de kerk? - en de omstandigheden
in andere landen. Veel ambtenaren zijn bijvoorbeeld op vrijdagmiddag vrij. Ik
heb regelmatig te maken met drukkerijen, die eveneens op datzelfde tijdstip
niet meer te bereiken zijn. In die zin zou een baantje voor een paar uur in een
zorginstelling een tegenprestatie kunnen zijn voor de verkregen
arbeidstijdverkorting. Bij een nog maar zelden gebruikelijke 40 urige werkweek
blijven er nog 128 uur over voor andere bezigheden. Wie staat daar wel eens bij
stil?
Indien een heroverwogen ATV niet bespreekbaar is
moeten we wel andere voorwaarden scheppen binnen het bedrijfsleven om
vrijwilligerswerk mogelijk te maken. Een soort onbetaald verlof? Managers -
Tweede Kamerleden incluis - gaan er vaak prat op dat ze allerlei nevenfuncties
vervullen, niet zelden met verzwegen inkomsten. Laat hen liever wat extra doen
zonder dat ze er wat voor krijgen. Zo kunnen ze een voorbeeld vormen voor
anderen, vooral voor de jongere generatie. Het is namelijk niet vanzelfsprekend
dat je kunt en mag werken. Nu de kerken hun invloed ook in dit opzicht steeds
meer verliezen, zijn er andere instigators nodig om het bewustzijn voor
vrijwilligerswerk te bevorderen.
Uiteraard moet er een bepaalde structuur komen in dit
blik- en ‘geestverruimende’ sociale uitstapje van de werknemer. Een vast
cont(r)act heeft verre de voorkeur boven zo maar wat meelopen in de marge,
alhoewel hand- en spandiensten natuurlijk ook welkom zijn in bijvoorbeeld een
inrichting voor verstandelijk gehandicapten. Sommigen zullen zich meer thuis
voelen in een directe persoonlijke relatie, anderen steken liever de handen uit
de mouwen. Uit eigen ervaring weet ik dat je meer kunt dan je denkt. Het gaat
erom de stap te zetten. Eenmaal over de drempel, en er gaat een andere wereld
voor je open...
Vrijwilligerswerk haalt een werknemer uit zijn vaak
onbewuste isolement van de ratrace en de sleur van elke dag. Het biedt een
ander perspectief, geeft voldoening en
biedt hem de mogelijkheid zijn eigen positie te evalueren, relativeren en -
opnieuw - te waarderen. Het kan hem aanzetten beter zijn werk te doen en het
komt zo zijn prestatieniveau ten goede. Om die reden alleen al zouden
werkgevers zich coulanter op moeten stellen om vrijwilligerswerk binnen hun
onderneming te - doen - initiëren.
Dat laatste heb ik uit eigen ondervinding. Sinds twee
jaar heb ik een maatje in het kader van de Vriendendienst. De opzet daarvan is
ex-psychiatrische patiënten weer en meer onder de mensen te brengen. Als kleine
ZZP’er is het voor mij niet zo ingewikkeld tijd vrij te maken om hem te
bezoeken. Dat is een pré. Een nadeel is dat hij - bij wijze van spreken - elk
moment van de dag een beroep op mij kan doen omdat ik aan huis werk. Het is van
belang daar duidelijke afspraken over te maken. Verder beleef ik er veel
plezier aan: het heeft mijn leven in menig opzicht verrijkt. Ik schreef er het
boek ‘Even goeie vrienden’ over, dat duidelijk wil maken dat vrijwilligerswerk
niet alleen koek en ei is. Boodschap: hoe meer je geeft, hoe meer je ervoor terugkrijgt.
Ten slotte, ik geef toe dat vrijwilligerswerk -
verplicht of niet - niet in alle sectoren even gemakkelijk inpasbaar is. In
geval van onregelmatige diensten of bij langdurig verblijf in het buitenland.
Reden te meer om nader onderzoek te doen naar de mogelijkheden en de condities
voor met name die beroepsgroepen die ernaar uitkijken een geregeld bestaan te
willen afwisselen met een nieuwe uitdaging.

Geen opmerkingen:
Een reactie posten